De staatssecretaris en minister van Economische Zaken en Klimaat hebben de Tweede Kamer geïnformeerd over de barrières die er nog zijn voor het voor het zo optimaal laten aansluiten van transitieplannen van de grootste CO2-uitstoters bij de bestaande subsidieregelingen. Conclusie: er zijn extra subsidies nodig zoals de Nationale Investeringsregeling Klimaatprojecten Industrie. Uiteindelijk beslist het nieuwe kabinet.
Wat wil de industrie?
De industrie wil in potentie voldoende CO2-emissie reduceren, zo blijkt uit diverse analyses. Daarvoor is ze wel afhankelijk van bepaalde randvoorwaarden, het oplossen van knelpunten en wat individuele bedrijven besluiten. Voor het realiseren van emissiereductie op korte termijn zijn de belangrijkste industrieroutes: carbon capture and storage (CCS), procesefficiëntie en in een later stadium (rest)warmte, elektrificatie en waterstof. Wat is hiervoor nodig? Onder andere de aanleg van infrastructuur (voor CO2, waterstof en elektriciteit), voldoende aanbod van groene stroom én afgestemd met de vraag, subsidies.
Welke subsidies zijn nodig voor de transitie?
In hun brief geven staatssecretaris en minister een overzicht van bestaande knelpunten én subsidies die nodig zijn voor het verbeteren van de situatie. We zetten enkele van de voorgestelde subsidies op een rij:
Nationale Investeringsregeling Klimaatprojecten Industrie
Uit diverse analyses en studies blijkt dat voor de transitieplannen meer technieken nodig zijn dan die de huidige subsidieregelingen ondersteunen. Zeker ook voor de noodzakelijke verdere verduurzaming na 2030. Om de bestaande subsidieprogramma’s voor opschaling en implementatie van nieuwe technologieën beter in te richten voor de klimaatopgave van de industrie, wordt er gewerkt aan een Nationale Investeringsregeling Klimaatprojecten Industrie (NIKI). Deze nieuwe regeling zou industriële technieken uit de transitieplannen beter moeten kunnen ondersteunen.
De nieuwe subsidie wordt een soort Nederlandse variant van het EU Innovation Fund (IF). Een programma waarmee EGEN, ondanks beperkte slagingskansen, met succes al de nodige ervaring heeft opgedaan. Het kader van de regeling wordt daarom verder onderzocht. De bedoeling van de regeling is om grote complexe doorbraaktechnologieën voor bijvoorbeeld groene kunstmest, kunststof en staal te faciliteren via een open en flexibele subsidieregeling, waarvan bestaande bedrijven maar ook nieuwe of groeiende mkb’s gebruik kunnen maken.
Speciale opschalingsregeling groene waterstofproductie
Groene waterstof maakt via elektrolyse al onderdeel uit van de regeling Stimulering Duurzame Energieproductie en Klimaattransitie (SDE++), maar is op dit moment nog erg duur per ton vermeden CO2, waardoor deze slechts in geringe mate kan worden ondersteund via de SDE++. Ook is het aantal jaarlijkse vollasturen voor deze techniek binnen de SDE++ beperkt. Er wordt daarom voor groene waterstof gewerkt aan een speciale opschalingsregeling die de onrendabele top van groene waterstofproductie afdekt. De te verwachte openstelling is in het tweede kwartaal van 2022 en daarvoor stelt het (demissionaire) kabinet vooralsnog 250 miljoen euro beschikbaar. Momenteel loopt de notificatieprocedure van de regeling bij de Europese Commissie. Het doel van de nieuwe regeling, die ook al op Prinsjesdag 2021 is aangekondigd, is opschaling van de elektrolysecapaciteit en daarmee ook daling van de productie.